• by: Sabine A.M. Martens
  • [:swvar:option:104:] [:swvar:option:103:], [:swvar:option:105:]
  • Category: poëzie

WEG/aWAY +1 jaar (3)


Kamer 3: waterkamer - Vandaag lopen we de waterkamer binnen waar alles in het teken staat van hoe snel iets weg kan zijn.

Gent - 22 juli 2020
Sabine A.M Martens

WEG/aWAY
 + 1 jaar (3)
Waterkamer
break

Waarom moest dit per se? Waterkamer (3)


Om te bewaren wat weg zou zijn, kon ik niet anders dan de gedichten schrijven voor de waterkamer. Als de zwaarte van het moment toeslaat, is het woord de enige uitweg. Het witte blad, liefst in een een mooi schrift, is mijn bondgenoot. Is het mijn ijdelheid die mij dwingt tot schrijven of mijn drift om onsterfelijk te zijn, om na te laten? Het is alvast een innerlijke drang, dwang. Het is mijn redding, mijn manier van analyse en creatie, mijn diepste vreugde.

Sinds 2013 ontstonden gaandeweg de gedichten die Weg/aWay zouden opbouwen. De eerste reeks ontstond uit een zeer zwaar gevoel van melancholie. Ze werden geschreven in een periode dat ik kennissen, vrienden en collega’s uit mijn dagdagelijkse leven zag verdwijnen. Met hen verdween een vibe. Met hen verdwenen ook bepaalde plaatsen waar ik zeer graag had vertoefd. Al sinds mijn kind-zijn is het gevoel van heimwee en melancholie zeer sterk in mij aanwezig. Ik wil behouden.

Terugkijkend op de periode en het gevoel waarmee de gedichten werden geschreven, begon ik mezelf vragen te stellen over het solitaire karakter van deze melancholie. Was mijn drang om te behouden eenzijdig? Zouden de plaatsen waar ik intens geluk had ervaren, zonder mijn aanwezigheid hetzelfde aanvoelen? De plekken waar ik ooit mijn creaties had getoond, die kende ik in elk geval en daarvan wist ik dat die niet meer hetzelfde konden zijn want voor minstens één persoon hadden ze een onderscheidende betekenis. Ze waren van mij omdat ze mij geraakt hadden doordat het diepste van mezelf er even had verbleven, gezien door diverse ogen, beleefd door verschillende zielen - alleen omwille van deze wetenschap wou ik deze plekken niet kwijt.

Ik voelde ook aan dat ik misschien wel meer heimwee en gemis had naar de mensen die op dat moment andere oorden opzochten. Ik kon niet weten of er af en toe een gedachte van hen naar mij uitging, zoals er zovele gedachten van mij naar hen uitgingen. 

Ik denk nu dat ik die ontmoetingen, vluchtig of minder vluchtig, en het daarop volgend afscheid heb willen bezweren. En natuurlijk is dat gelukt want ze zitten in diverse gedichten. In de tentoonstelling zitten ze in wat ik de waterkamer noem. Het is een ruimte waar de gedichten uitgewerkt zijn in een transparant materiaal. De bezoeker moet moeite doen om ze te kunnen lezen - dat is bewust zo gekozen. Ik laat iemand moeite doen om de vluchtigheid van ontmoeting en afscheid te zoeken en te vinden. Het is mijn manier om ze minder vluchtig te maken, om ze te laten binnendringen en inzinken in de lezer. Aan de lichtrijkste kant van de ruimte staan glazen cilinders die met water zijn gevuld en waarin een gedicht in chinese inkt op kalkpapier half ondergedompeld wordt. Naarmate de tentoonstelling vordert in de tijd veranderen de kalkpapiertjes: ze zakken verder weg in het water, krullen op of plooien. De woorden die ondergedompeld zijn (weg zijn) reflecteren soms dubbel door de breking van licht en water of door de spiegeling in het glas. Deze vorm is mijn manier om de relativiteit  van weg zijn aan te tonen. 

Door de tentoonstelling op te bouwen, voel ik dankbaarheid in de plaats van heimwee naar de voorbije ontmoetingen.Dat de uitgelaserde letters zichtbaar onder de transparante plexiwerken liggen, toont ook aan dat ergens weg zijn, kan resulteren in een nieuwe aanwezigheid op een andere plek.